dinsdag 25 februari 2020

Euforie

doe je mee
vecht je mee
voel je het
stromen
door en door
wat je bent
wat je wordt

hoe je alles alles ziet
oe en dat het wordt
het wordt
het wordt zo mooi
ja zo rijk
en vol, zo ozo vol

zie het barst uit voegen
van licht
en geluk geluk en lente
springt dans huppelt
en hou nooit op
met lachen

dinsdag 18 februari 2020

Abeel

een buiging
voor mij voor
ieder een
stil applaus
zwevend
over het water

grauw zo mooi
machtig gebogen
prachtig je tover
een stomp
een bochtwond nu

de Abeel
boog teveel
zijn rotte wortels
klauwend
door moddergrond

de dood kwam krijsend
met tanden scherp
walmend, rokend
benzine verdampt
je laatste geur

***

(markante scheve boom geveld)

donderdag 13 februari 2020

Kleine dingen

En alles
is zo leeg
op kleine dingen na
die vol zijn
en door hun volheid
weer vullen
muziek
soms een boek
een glimlach, een geur
dan is het weer goed
en alles
zo vol

woensdag 11 juni 2014

Tarkovsky

Astronaut Henri Berton laat zich in de Russische science-fictionklassieker Solaris rondrijden door een futuristische stad. De scene werd opgenomen in september en oktober 1971 in Tokio.


vrijdag 28 maart 2014

donderdag 20 februari 2014

Zandwolk

Woest graaf ik gaten
schep het zand
omhoog
omhoog

Iemand wijst en roept
kijk het zand
zweeft hoog
zó hoog

Zandwolk in zonlicht
valt het zand
omhoog
droomhoog

Toen werd ik wakker
En het zand
vervloog
vervloog

donderdag 6 februari 2014

Minnaar

Hier is de stad een sprookje
Huizen klein verkleurd gescheurd
Verborgen tuinen vol bespiede stilte
En reuzenbomen lekken altijd zomeravondlicht
De geuren de straat en geroezemoes
Daar de lampjes, de bar, dat ben jij

Koester een eeuwig verlangen
Naar het stilstaan van de tijd
Hier is de stad die nooit verandert
Vastklampt aan dromen van tijdloosheid
En in het hart komen we samen
De glazen, de tafels, dat ben jij

In de roes wordt botsing draaikolk
ontbrandt betovering zonder maar
Van Noorderzon tot wankel kaarslicht
Ouwe Kijk, nieuwe kerk en wijze raad
Daar de warmte, de nacht, dat ben jij
De Minnaar van de Rozenstraat

maandag 3 februari 2014

Toekomstdroom

Vannacht had ik een fijne droom. Ik was buiten de stad in een gebied met veel weilanden en bos. Slochteren dacht ik, al was er niets dat ik herkende, maar het voelde als Slochteren, de woonplaats van mijn schoonouders.


Veel weilanden stonden onder water, metersdiep, en over het water heen waren drijvende paden aangelegd van houten vlonders. Soms was het water troebel, maar waar ik stond was het zo helder, dat ik de bodem kon zien. Mensen sprongen in het water en doken naar kleine voorwerpen die glinsterden in de modder.

Het was aangenaam warm, zomers warm, maar niet heet. Bedwarm natuurlijk. Iedereen liep in een korte broek. Ik voelde de zon op mijn huid. Ook het water was als een warm bad.

Een fietser reed over de vlonders maar verloor haar evenwicht en viel in het water. Ze bleef lang onder, maar ik maakte me geen zorgen. Ze kwam proestend weer boven en had lang donker haar, dat nu nat tegen haar hoofd en schouders plakte. Ze lachte en had donkere ogen. Ik kende haar niet. De fiets zag ik liggen op de bodem. Die konden we zo opduiken.

Het was een droom die heerlijk bleef hangen toen ik wakker was. Een zomeravondroes vroeg op een maandagmorgen in februari. En dan weet ik het. Het was een profetische droom. Niet het winnen van het gas uit de grond onder Slochteren, dat de aarde doet beven, maar het verbranden ervan vormt de grootste bedreiging. De aarde zal opwarmen, het ijs smelten en de dijken zullen doorbreken. En ook Slochteren zal onder water lopen.

Maar in de zomer is het er heerlijk vertoeven.

dinsdag 28 januari 2014

Levenslicht

In een waterval straalt
daalt en raast het licht
gulzig naar de grond
waar donker de droogte wacht
smacht
gedrenkt te worden

Langs de bladeren druipt licht
streelt door gaten
zacht het mos
sijpelt over schaduwen van
dromen
ouder dan de aarde heugen kan

Zelfs plastic glanzend nat
zo onverwoestbaar eeuwig
wordt even als een blad
nerven en aders en bloed
levenslicht
dat stromen moet

zaterdag 25 januari 2014

Armada

En terwijl zijn verslagen verdedigingslinie, ooit het elitekorps van een nog steeds machtig en gevreesd planetenstelsel, zich als brandende toortsen in de verkoolde korst van Alpha Decima boordde, en de aanvallers, talrijk en wellustig zwermend als bijen rond een met honing ingesmeerd hoofd, zich op hun prooi stortten, keek admiraal Yon Frontaleiz in paniek om zich heen en vond de ogen van zijn eerste officier.

"In hemelsnaam", prevelde de admiraal in een wolk van vonken en verdampt leven, "haal mijn armada van deze door god verlaten planeet".

maandag 6 januari 2014

Meisjes schrijven

Toen Ernst het had uitgemaakt met Vaseliene Avondsleur, pakte ze subiet haar koffers en reisde ze af naar Nagorno-Karabach, simpelweg omdat ze die naam als een toverspreuk vond klinken. En betovering, daar had ze een diepgeworteld verlangen naar.

Euforie

doe je mee vecht je mee voel je het stromen door en door wat je bent wat je wordt hoe je alles alles ziet oe en dat het wordt het ...